Het vissersdorp van voor en rond de jaren vijftig van de vorige eeuw is getransformeerd in een hedendaagse stad. Herinneringen uit mijn jeugd door Jan Jobse Tol
In veel straten in het Volendam van de jaren vijftig van de vorige eeuw waren er, behalve de normale winkels, veel kleine of bedsteewinkeltjes gevestigd. Wat was de reden? Als er bijv. een visser verdronk of een vader jong kwam te overlijden, was er voor de vrouw en kinderen geen bron van inkomsten. De Algemene Weduwen- en wegenwet werd immers in 1959 ingevoerd. De enige mogelijkheid was dan een kruidenierswinkeltje te starten. Een deel van de desbetreffende woning werd dan omgebouwd tot winkeltje. Een gelukkige bijkomstigheid was dat met name familieleden en kennissen klant werden.
Mensen zeggen wel eens: Volendam heeft de laatste 70 jaar een metamorfose ondergaan. Volendam is inderdaad, op velerlei gebied, enorm veranderd. Tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw: Een haven vol met botters. Veel inwoners in de klederdracht. Een visafslag waar dagelijks tonnen vis werden verhandeld.
De bakkers en de groenteboeren moesten door het hele Volendam venten. De melkboeren waren verstandiger geweest. Zij hadden hun wijken gesaneerd. Dus elke melkboer had enkele straten in de omgeving van zijn winkel. Dat kon ook veel gemakkelijker omdat de smaak van melk en boter bij iedere melkboer hetzelfde was. Wel hielden de melkboeren ieder hun eigen ‘boterwijk’. Zij fietsten dus toch met andere producten dan melk door het hele Volendam. Dat gold niet (altijd) voor de bakker of de slager.
Kruidenierswinkels, groot en vooral klein, waren er erg veel in Volendam. We hadden in die tijd heel veel kruideniers in Volendam. Vaak waren dat ook kleine winkeltjes die door weduwen noodzakelijkerwijs waren opgestart. In haast elke straat in Volendam waren er wel enkele winkeltjes.
In mijn jeugd waren er onder andere de volgende middenstanders.
Jaap Pannekeet, Meerzijde 35,
Albert Blankevoort, Haven 42,
Jan Kok, Haven 3,
Neel Plat (Neel van Hein Piet), Spieringstraat 3,
Klaas Buijs en Geert van Jurrie, WJ Tuijnstraat 16, hoek Dwarsstraat, later opgevolgd door haar dochter Lijst van Jurrie,
Willem Koning (Gouwe Wullum), Oude Draaipad 2,
Hein Molenaar (Sille), Ansjovisstraat 18,
Kees Buijs en Annie Buijs-Mulder aan het Zwarte Pad,
de weduwe van Klaas Veerman (Toet), Kathammerstraat 32,
Jaap Molenaar (zwarte Japie), en zijn echtgenote Griet Molenaar-Koning (Karremelk), Kathammerstraat 50,
Wold Steur-Molenaar (van de Zestig), Zuideinde 75,
Kees de Boer (Corn), Zuideinde 17 met een Sparwinkel,
Marie Guijt, Haven 102,
Jannig Hansen, Haven 98,
Griet Koning, Haven 32,
Jan Bootsman, Haven 70,
Gaartje Smit-Koning (Gaartje van Koppie), Meerzijde 9,
Jan Koning, Zwaardstraat 13,
Rikus Kras, St.Gerardusstraat 16, met een Sparwinkel,
Jan Buijs, Kerkepad 5,
Aaltje Karels, Doolhof 67,
Neeltje van Vlaanderen (Doesie), Doolhof 26,
de heer Guijt (de Vetgat), Doolhof 76,
Albert Jonk, Edammerweg 36,
Aal Bond-Jonk (Aal Vik), Berend Demerstraat 24,
De Coöperatie, later de Vivo, Julianaweg 140,
Griet de Boer-Konter, Zeilstraat 2,
Wold Zwarthoed, Giekstraat 4,
Gerrit Pelk, Meergracht 7.
Hein Molenaar (Sille) Ansjovistraat 18
De Winkel van Albert Jonk op de Edamerweg 36
Gaartje Smit-Koning (Gaartje van Koppie), Meerzijde 9
Bedsteewinkeltjes.
Daarnaast waren er net na de tweede oorlog ook veel zgn. bedsteewinkeltjes. Dat waren kleine winkelruimtes aan huis. Met name weduwen begonnen zoiets , als noodzakelijke bijverdienste, indien hun echtgenoot was overleden.
U moet zich voorstellen: De Algemene Ouderdoms Wet kwam in 1956. De Algemene Weduwen en Wezen Wet kwam in 1959. Na de komst van de Supermarkten, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, en de hieruit voortvloeiende concurrentie, waren deze bedsteewinkeltjes al snel verdwenen.
Bedsteewinkeltjes waren bijvoorbeeld:
Huibje Kroon-Molenaar (Huibje van de Balie), Zuideinde123,
Harmen Sul, Spoorbuurt 7, De huidige bar in de Spoorbuurt draagt nu de naam: ’t Winkeltje’ en is gevestigd in hetzelfde pand waar Harmen Sul zijn kruidenierswinkeltje dreef.
Op de 1e foto het bedsteewinkeltje van Aaf Steur (Rembrant)
Op de 3e foto is priester Jaap Buijs (Broer van o.a. Lou Buijs) te zien.
Slagers.
Wij hadden in mijn jeugd de volgende slagers:
Willem Runderkamp (Willem van Rikus) van de Giekstraat 12,
Deze Willem had ook een filiaal op het Dril,
Willem Runderkamp (Wim van het zwarte Pad), van de Burg.Kolfschotenstraat,
Willem Runderkamp (Willempie), van de Haven 1,
Jan Runderkamp (Jan Tuf) van de Edammerweg 21,
Cor en Kees Runderkamp (van Rikus), in de W.J. Tuijnstraat 14,
Klaas Runderkamp (Bakkertje), van de St. Gerardusstraat 4,
Cor Runderkamp, van de Julianaweg 88.
Willem Runderkamp (Willempie), van de Haven 1,
Slagerij Bakkertje van de St. Gerardusstraat 4
Slagerij van Jan Tuf (Jr) van de Edammerweg 21
Willem Runderkamp (Wim van het zwarte Pad) van de Burg.Kolfschotenstraat,
De enige slager in Volendam die niet de naam Runderkamp droeg was slager
Jan Tol aan de Haven 132. Deze slagerij werd later overgenomen door Klaas Runderkamp (de Mepper).
Melkboeren.
Wij hadden in mijn jeugd de volgende melkboeren:
Jan Koning (Jan van Broer), Zwaardstraat 5,
Kees Tol van de St.Vincentiusweg 3,
Gerrit Smit, St.Jozefstraat 23,
Thoom de Lange, Meerzijde 14,
Nars Karhof, Boegstraat 19,
Piet de Boer, Schippersgracht 7 hoek Zeilstraat,
Japie Buijs, Pr. Marijkestraat 4,
Hein Veerman, Huug, in de Burg. Kolfschotenstraat 2,
Kees Tol St.Vincentiusweg 5,
Neel (van Hein Piet), in de Spieringstraat 3, later opgevolgd door haar zoon Kees Plat in de Burg.van Baarstraat 22,
Albert Jonk, Edammerweg 36,
Klaas de Boer, Noordeinde 74,
Cor Maas, Stationsstraat 3,
Jan Mooijer, Kap. Ruiterstraat 34,
Japie Buijs, Prinses Marijkestraat 1.
Kaaswinkel van Cor Maas in de Stationstraat 3.
Melkboer Gerrit Smit van de Jozefstraat 23 ventend op de Edammerweg
Piet de Boer aan het melk venten op de Haven.
Kruidenierswinkel van Neel (van Hein Piet) opgevolgd door haar zoon Kees Plat in de Spieringstraat 3
Alle melkboeren hadden een melkwinkel in Volendam, behalve Klaas de Boer, Japie Buijs en Jan Mooijer. Die hadden flinke koelkasten en grote achtererven.
Bakkers.
Wij hadden in mijn jeugd de volgende melkboeren:
Klaas Tol in de Zeilstraat 9,
Kees Tol in de pastoor van der Weidenstraat 19,
Japie Keijzer in de Burg. Kolfschotenstraat 3,
J. Kwakman (Gezonde Apotheek) op de Rokersgracht
Japie Kras op de Meerzijde 24 (Later schakelde hij over op verkoop van koek en gebak),
Jan Mooijer, bijgenaamd Jan Pooijer de Bakker, deze bakkerij werd later overgenomen door zijn jongere broer Sijmen,
Hein Pelk, Vissersstraat 21, opgevolgd door zijn zoon Gerrit,
Gerrit Konings aan de Haven 134, later overgenomen door zijn zoon Willem,
Japie Lindeboom aan het Noordeinde 60,
Japie de Boer, Haven 80,
Jaap van Pooij, Kerkepad 7, opgevolgd door zijn zoon Ab,
Hein Kwakman aan het Zuideinde 55 (Deze Hein van de Burgemeester verloor zijn bijnaam en werd ‘Hein de Bakker’ genoemd),
Klasie Runderkamp aan het Noordeinde 10. Deze bakker had als specialiteit heerlijke speculaas.
Bakkerij Koning aan de Haven 134 (De Gasketel op de achtergrond).
Bakkerij van God komt 't al - Klasie Runderkamp aan het Noordeinde 10
(Links van de grote boom met de gebroken kap).
Bakkerij Lindeboom aan het Noordeinde 60
Bakkerswinkel Japie de Boer aan de Haven 80
Bakkerij van Pooij
Bijzonder was dat de dochters van de bakkers Klaas Tol, Kees Tol, Jaap Keijzer en Jaap van Pooij achter de bollenkar liepen, de kar voortduwden om bij hun klanten door heel Volendam heen, bij weer en wind, brood te bezorgen. Ant van Klaas Tol, getrouwd met Piet Veerman, Does, heeft als jonge vrouw van haar 13e tot haar 26e vanaf 1949 met de bollenkar langs de deuren met brood gevent.
In 1948 werd de bakkerij van Klaas Tol in de Zeilstraat gebouwd. In 1950 is Klaas Tol op 44 jarige leeftijd na een ziekbed gestorven.
Zijn echtgenote Aal Tol-Guijt heeft toen met een groot gezin de bakkerij en- winkel draaiende weten te houden.
Ook de twee dochters Huibje en Brecht van Japie van Pooij, de drie dochters van Japie Keizer, Griet, Greta en Ant en dochter Antje van Kees Tol
hebben jarenlang met de bollenkar door Volendam met brood gevent. Een kar op luchtbanden kluft op en kluft af, winter en zomer. Best zwaar werk.
Daarnaast hadden een aantal bakkers vanuit Edam een ventwijk in Volendam. Bakker Gorter, bakker De Lange, met Tinus op zijn bakfiets en bakker Jelluma.
Groenteboeren.
Wij hadden in mijn jeugd de volgende groenteboeren:
Jaap de Geus van de Gaffelstraat 10,
Henk de Geus van de Haringstraat 21,
Hein Runderkamp, Hein van Rikus van de Giekstraat 14,
Simon Molenaar (Groenteboertje), St. Gerardusstraat 3. Later heeft Piet Jonk deze winkel overgenomen,
Jan Rijkenberg van de Meerzijde 8,
Japie Berkhout van de Kathammerstraat 9,
Jaap van Vlaanderen (Japie van Keesieman), van de St. Jozefstraat 9,
Dirk Kok van de St. Gerardusstraat 15,
zijn broer Keessie Kok Noordeinde,
Cor Kemper, opgevolgd door zijn zoon Frits, Julianaweg 98,
Klaas Leek, Edammerweg 1.
Alle groenteboeren hadden een groentewinkel in Volendam, behalve Hein van Rikus. Die had een groot achtererf.
Jan Rijkenberg aan de Meerzijde 8
Piet Jonk aan de Gerardusstraat 3. Daarvoor had Simon Molenaar (Groenteboertje) hier een groente- en fruitzaak.
Jan Koning (van Koppie) op het Noordeinde.
Kees Kwakman, Schemeravond, St. Antoniusstraat 1, verkocht en ventte aardappelen.
Naar deze groenteboeren probeerde Brecht Koning, bijgenaamd Brecht van Koppie, woonachtig op het Doolhof 36, haar brood te verdienen
met de verkoop van aardappelen. Ze werd aardappelen Brecht genoemd.
Vanuit Edam hadden Klaas Leek en Dirk Voorn een ventwijk in Volendam.
Tabakswinkels.
Sijmen Keizer, Zuideinde 14,
Klaas Veerman (Dekker), Haven 154,
Dirk Jonk (van de Spijker), Noordeinde 3,
Cor Jonk, Haven 40,
Lijst Plat (Lijst van Pokkie), Doolhof 13,
Griet de Boer-Konter, Zeilstraat 2,
Gerrit Pelk, Meergracht 7.
Manufacturiers (Naaigerei).
Ab Tuijp (Ab van Teunis), Haven 33,
Bruin Sul, Schippersgracht 5,
Antoon Többen, Haven 7 (Al redelijk snel omgeschakeld naar souvenirs. Vele andere winkeliers op de Dijk volgden zijn voorbeeld),
Jan Akkerboom, Berend Demmerstraat 2,
Jannie Schilder, Haven 29,
Antoon de Jong, Meerzijde 25.
Thames Sul, Stationsstraat 5 had een kleine winkel met fournituren: knopen ritsen, lakens enz.
Lingerie en Stoffenwinkel van Antoon de Jong op de Meerzijde 25.
Juwelierswinkels.
P.J. Koppies, Haven 24,
Gerrit Veeken, Haven 58,
Henk Bootsman, Doolhof 17,
Jan Bootsman, Haven 70,
Willemsen, Noordeinde 17.
Gerrit Veeken aan de Haven 58
Juwelierszaak Jan Bootsman Haven 70
Textielhandelaren, venters langs de straten en aan de deuren).
Henk Tol (Henk van de Knoest), had als slogan: 'Allemaal mooi’.
De gebroeders Kees en Klaas Zwarthoed (Kirrie).
Met een kar gevuld met textiel liep een echtpaar van buiten Volendam door Volendam,
Met een grote koffer voor zijn buik liep een meneer, als een echte marskramer, langs de straten van Volendam in een poging om iets te verkopen.
In die koffer zat ogenschijnlijk van alles. Van scheermesjes tot textiel.
Ook Klaas Munnik uit Edam kwam met een kar met textiel naar Volendam. Klaas riep dan: "Koep bij Jaap".
IJsboeren door het dorp.
Japie Lautenschutz,
Pietje Binken,
Thoom Veerman (Duks),
Thoom Kwakman (van Jan Motje),
Willem Honingh reed bijna nooit door Volendam. De Volendammers haalden met mooi weer massaal een ijsje in zijn tuin te Katwoude, gelegen dicht bij Volendam.
Thoom Veerman (Duks) in dienst van Jan Kwakman (Baap).
Nol Hoekstra in dienst van Jan Kwakman (Motje).
De ijskar van Japie Lautenschut
Ijs van Pietje Binken
Bloemen- en plantenwinkel
Gerrit Huisink, met een grote zaak van de Haven 100 tot beneden aan het Dril
Jaap Kemper uit Edam kwam geregeld met een kar met bloemen en planten naar Volendam. Hij riep dan: ,Bloemen en Planten’.
Deze Jaap Kemper was een broer van o.a. Siem en Cor Kemper, die allebei met een Volendamse vrouw waren getrouwd.
Gerrit Huisink, Haven 100
Man met accordeon.
Als jongetje kan ik mij nog herinneren dat er een man met een accordeon door de straten van Volendam liep te spelen. Hij belde dan aan bij de bewoners voor een kleine bijdrage. De meeste Volendammers gaven hem dan wat geld in een bekertje dat aan zijn accordeon vastgeplakt zat.
Met Galanterieën (snuisterijen, hebbedingetjes) op een kar op luchtbanden door het dorp.
Jan Smit, Jan van Koppie, later zijn jongste broer Bart, die later een imperium is begonnen.
Bruin Steur (Sap).
Ook hadden we venters die met galanterieën langs de deuren gingen.
Een ander dorpsfiguur was de slanke man ‘uit den vreemde’ die als accordeonist langs de deuren zijn deuntjes speelde en een hoopte wat kleingeld
van de bewoners te mogen ontvangen.
Bart en broer Jan Smit (van Koppie) en zus met de venterskar.
Marskramer, Boekhandelaar vanaf begin 19e eeuw.
Man 3e van Rechts is Kees Zwarthoed (Kirrie) Zuideinde 71
Winkel in huishoudelijke artikelen en serviezen.
Gaartje Smit-Koning, bijgenaamd Gaartje van Koppie, Meerzijde 9,
de gezusters Trien en Hille Sombroek, Dril 85, later verhuisd naar de Zeestraat.
Kleermakers, burgerkeding.
Bernard Kuenen, CJ Conijnstraat 11,
de heer Otto, Burg.Kofschotenstraat 2.
Religieuze artikelen.
De gezusters Geertje en Alie Steur, Noordeinde 1a,
De fam. C. Tol, CJ Conijnstraat 13 (Hun winkeltje aan huis, werd kenmerkend het ,beeldenwinkeltje’ genoemd).
Grossiers (groothandelaar).
Bruin Steur, bijgenaamd Jan van Bruin, Pellersplein 2,
Fa. C. Bond en zn., W.J. Tuijnstraat 4.
Cafe's & Kasteleins.
Jan Kwakman, Motje, Dril,
Jan Kwakman, Baap, Rokersgracht, later zijn schoonzoon Willem Kok (Deze man werd al gauw Willem van Jan Baap genoemd),
Henk Binken, bijgenaamd Hips, Brugstraat 3,
Dirkie Buijs, Noordeinde 17,
Job van Thoom, later werd dit café de Joppekop genoemd, aan het Zuideinde 83,
Jan de Boer, nr. 56, Bertus Binken, later zijn zoon Willem Binken, Haven nr. 64,
Marie Mastenbroek, opgevolgd door Jan Kok, en later zijn zoon Evert, Haven nr. 94,
Nic Bos, later zijn schoonzoon Joop Lansen, Haven nr. 104,
Paulus van den Hogen, later zijn zoon Theo, nr. 106,
Jaap Schilder, de Bok, Haven nr. 108.
Jan Kwakman (Motje) - Cafe Motje - Dril
Henk Binken - Cafe Binken - Brugstraat
Marie Mastenbroek, Cafe Mastenbroek aan de Haven 94
Dirkie Buijs - Noordeinde 17
Job van Thoom Veerman - Cafe Joppekop Zuideinde 83
Zeilmakerijen.
Jan Schokker had een zeilmakerij aan de haven voor de Volendammer vissersschepen. Een van zijn zonen nam dit bedrijf later over. Doch deze ondernemer legde zich, vanwege de afname van de vissersschepen, toe op het maken van zeilen voor allerlei soorten zeiljachten.
Ook Evert Schokker had op het Havendijkje een bedrijf waarin hij aan de verschillende vragen van vissers betreffende vismaterialen kon voldoen. Zijn zoon Frederik Schokker begin later een zeilenmakerij aan de Julianaweg.
Bart Koning en later zijn zoon Jan Koning, Haven 118, hadden een bedrijf waarin zij allerlei soorten katoen, nylon, netten en allerlei andere soorten goederen konden leveren aan de vissers.
Schillenboeren.
De heren Dirk Out en Dirk Tol waren allebei veehouder. Zij hadden beiden een groot gezin en woonden op Katham, dicht bij Volendam. Als buren van elkaar haalden zij ieder afzonderlijk de schillen van de Volendamse gezinnen op als veevoer voor hun dieren. Beiden trokken dan met paard en wagen door het dorp. Dirk Out zie ik in mijn beleving als kind nog met paard en wagen staan in de Ansjovisstraat. Dirk Tol kwam met zijn paard en wagen o.a. bij ons in de Giekstraat. Zo verdeelden zij Volendam in twee wijken. Ieder zijn deel.
Omroeper door het dorp.
Volendam heeft vroeger behoorlijk wat omroepers gehad. Ieder in zijn tijd. In mijn tijd kan ik mij Klaas Buijs, bijgenaamd de Dubbele, met zij zware stem, op zijn fiets, nog goed herinneren.
Kunstschilder.
Adrie Bleijs woonde met zijn gezin in de Zwaardstraat 9.
Petroleumventers.
Dit beroep werd in Volendam voornamelijk door vrouwen, meestal weduwvrouwen, uitgevoerd. Als de man was overleden zochten de vrouwen een middel om enigszins in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien.
Marie Heinz., later opgevolgd door haar zoon Jan, bijgenaamd Jan Jonk Levend,
De gezusters Zwarthoed (Piel) Doolhof 39, Neel Veerman, bijgenaamd Neel Donderdag,
Meerzijde 16, Jan Koning (Jan van Koppie), St. Antoniusstraat 9 later opgevolgd door zijn zwager Ruud Kok, Rozenstraat 1,
Gees van Kees Veerman (Doede), uit de Overste Ludenstaat 5,
Aal Kroon-Mooijer van de Rokersgracht 20,
Evert Tol (de Bok van Kamperbroodje), uit de Overste Ludenstraat 4.
Als mijn moeder dan bijv. twee kan petroleum bij Marie Heinz had gekocht, zei Marie steevast: ,God, zel je lone, Stijntje’.
Marie Jonk-Tol (Moarie Aans). De oma van Piet Jonk (Peterolie).
Neel Veerman (Donderdag). Het verhaal gaat dat ze naar haar overlijden een flink bedrag heeft nagelaten.
Handelaren in Lompen en metalen.
Henk Kras, Noordeinde 110,
Kees Sier (Janus), CJ Conijnstraat 30.
Kolenhandelaren.
Jan Zwarthoed (Jan Blok), samen met Kees Sier (Vais) en Kees Kwakman (Schemeravond),
Gebr. Sier met een opslagloods bij het Brijkje,
Gerrit Pelk, Meergracht 7.
Klompen verkoop.
Jan Schilder (Brei), Doolhof 72,
Sijmen Tol (Sijmen Sikkes), Rokersgracht 22,
Marie Guijt, Haven 102,
Jan WIllem SImons, Haven 60,
Albert Blankevoort, Haven 42.
Jan Willem Simons aan de Haven 60 Souvenirs en klompen
Pottenbakkerij,
De Pottenbakkerij "Ambacht en kunstnijverheid Volendam" is in 1951 opgericht met enige steun van de overheid om
industriële activiteiten in Volendam te helpen ontwikkelen na de oorlog. Initiatiefnemers waren Martinus Karels, Jan Schilder (Dibbes)
en Heintje Veerman (Schutter).
Pottenbakkerij gevestigd op de Ventergracht 1.
Automobielbedrijven.
Henk Ruis, aan de Botterstraat (waar nu de ingang van de Begraafplaats is),
Kees Kil, Julianaweg 96.
Transportbedrijven.
Thames Koning (Slappe Thaam), Industriestraat 20,
Thames Guijt, Zeestraat 6.
Transportbedrijf Thames Koning (Slappe Thaam).
Scheepswerkplaats.
Willem Prins in een grote boot aan Haven.
Scheepswerf.
Aan de Zuiderhaven lag de scheepswerf van Jan Hoogland.
Fietsenwinkels.
Teun Koning, Teun van Koppie, Edammerweg 26, later opgevolgd door zijn zoon Ton Koning,
Jan van Diepen, Brugstraat 2, opgevolgd door Henk Koning (Henk van Teun),
Cor Koning, Cor van Teun, begon een winkel in de Burg.van Baarstraat 2.
Fietsenwinkel Henk Koning (Henk van Teun) in de Brugstraat 2
Aannemers, Bouwbedrijven.
Thoom Tuijp (Thoom van de Keuning) had zijn bedrijf op de hoek Dirkslandstraat/Bokkingstraat.
Later gingen de gebr. Thoom en Willem Mastenbroek, Edammerweg, die aanvankelijk ook een bouwbedrijf hadden, samen met Thoom Tuijp in bouw- en grondwerkzaamheden en het herstellen van straten. Hun firma naam was: Mastenbroek & Tuijp, Edammerweg 34,
Hein Schilder (Hein van Madoet), Haven 116 met zijn bedrijf op het Slobbeland,
Dirk Schilder van de Fa. Nieuw-Leven,
Willem Jonk (Willem van Stoop), WJ. Tuijnstraat 8,
Jo Groot, Noordeinde 49,
Jack Buijs, Meerstraat 11,
Gerrit Koning (de Schrille), St.Antoniusstraat 9,
Thoom Dekker, Bootsmansteeg 2,
Arie van den Hogen, Julianaweg 89,
Jannie Runderkamp, Kathammerstraat 3,
Klaas Tol, Ventersgracht 8, later opgevolgd door zijn zoon Kees Tol (Ploffie),
Jan Tol (Dollie) Roerstraat 5,
Hein Plat, Kerkstraat 31.
Schilders.
Jan de Boer, (Jan de Boer de schilder). Zijn drie zonen, Jan, Pauw en Jaap traden in de voetsporen van hun vader Arie Greuter, later opgevolgd door zijn zoon Nico Greuter.
Gerrit Zwarthoed (van de Beer), Roerstraat 1,
Siem Tol, later opgevolgd door zijn zoon Kees Tol, WJ Tuijnstraat 7,
Jaap Sier (Ablies), Dr.Weversstraat 20,
Kees Snoek, Ansjovisstraat 18.
Stukadoors.
Jacques de Koning, Julianaweg 91,
Jan Jonk, Sportlaan 5.
Woninginrichters.
Bruin Sul, Schippersgracht 5, later opgevolgd door Evert Plat (Tase),
Herman Lautenschütz, Julianaweg 108,
Jaap Buijs (Oloot), Julianweg 81,
Sijmen Veerman (Sijmen van Grietje Mol).
Kledingwinkels.
Als we ons beperken tot de herenkleding: Bruin Sul, Schippersgracht 5-6,
Thoom Sier, Zeestraat 5.
Schoenherstellers.
Jaap Tol, uit de CJ Conijnstraat 28, had zijn werkplaats op zijn zolder. Jaap was zowel schoenmaker als schoenhersteller.
Hij maakte voor de vrouwen die in de Volendamse klederdracht liepen, de bij de dracht behorende muilen.
Voor de mannen die in het Volendams liepen maakte hij de lederen schoenen met gespen.
De heer Günther had zijn werkplaats op het Dril.
Siem Snieder had zijn werkplaats bij de Ned. Hervormde kerk bij de Aalstraat.
Jan Steur (Jan van Kesie), Haven 126, was zowel barbier als schoenenhersteller.
Evert Steur (Schien) uit de Pr.Irenestraat en C. Kes uit de Meidoornstraat lapten schoenen als bijverdienste na hun dagelijkse werkzaamheden op de schoenfabriek.
Schoenenwinkels.
Jaap Veerman (Jaap van Zet), aan de Haven 60. Zijn dochter Wolt en schoonzoon Jan Bont (Sannie), stonden in deze winkel.
Sam Hansen, Doolhof 20 met zijn echtgenote Neeltje Karhof. Sam Hansen herstelde ook schoenen.
Schoenenwinkel Jaap van Zet aan de Haven 60
Viswinkels.
Jan Tuijp (Jan Tien) aan het Zuideinde 57,
Hein Molenaar (Sille) op het Kerkepad,
Jan Tol (van de Kraaier) in de Stationsstraat 7,
Sijmen Tol (van de Kraaier) op de Julianaweg 65.
Evert Smit, beter bekend als Evert Bokkum, St.Jozefstraat 11. In een gangetje bij hun voordeur verkochten zijn de lekkerste gerookte paling.
Hun gerookte paling was beroemd in heel Nederland.
Snoepwinkels.
Fré Veerman en zijn echtgenote Geert Bootsman verkochten kwaliteitssnoep van C. Jamin op het adres Noordeinde 8 te Volendam,
De heer Guijt (de Vetgat) had een snoepwinkeltje op het Doolhof 76. En niet te vergeten Aaltje Karels.
Snoepwinkel van Aaltje Karels op het Doolhof. Dankzij de schoonheid van dit pand is deze winkel nu
te bewonderen in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen.
Souvenirwinkels (altijd nering).
Op de bekende 'dijk aan de Haven', van het Zuideinde naar het Noordeinde, staan veel souvenirwinkels. Het assortiment is de laatste jaren veranderd.
Daar staan natuurlijk ook veel hotels, café restaurants, vistentjes, ijstentjes, winkels foto’s in kostuum.
Miljoenen toeristen bezoeken jaarlijks de dijk in Volendam. Ook de Volendammers zelf komen graag even een ritje of wandelingetje maken over de dijk.
En niet te vergeten: ’s avond de jeugd richting bars, restaurants en eetcafés.
Mevr. Ant Bont (Pul) in de winkel van haar tante Gaartje Hansen Haven 98
Souvenier winkel aan de Haven. Uit de deur loopt prins Hendrik de toenmalige echtgenoot
van Koningin Wilhelmina
Souvenir winkel van de Hr. Molenaar van het sigarenbandjeshuis op het oude draaipad
Souvenierwinkel de Halve Maen van Jan Willem Simons Haven 60
Souvenierwinkel van Crelis Steur aan het Noordeinde 1a
Souvenierswinkel van Klaas Bootsman aan de Haven 42
Kappers.
Cor Nieuweboer, beneden aan de Haven, achter waar Café de Vrijheid was gevestigd,
Klaas Klepper, Doolhof 46, was met zijn echtgenote, zowel heren- als dameskapper.
Zijn personeelsleden Ben en Sip zullen velen van mijn leeftijdgenoten nog wel herkennen.
Nic. de Wit in de Brugstraat en later in de St. Jozefstraat 15. Zowel vader Nic. als zoon Gerard stierven op jonge leeftijd. De zonen Nic. en Huib de Wit hebben daar jaren als herenkapper gewerkt.
Jan Steur van Kesie en later zijn zoon Kees met een winkel aan de Julianaweg 92.
Kees Bank begon in 1955 een dames- en herenkapsalon aan het Noordeinde 17. Enkele jaren later verhuisde hij met zijn bedrijf naar de Burg.van Baarstraat 26.
Mevrouw Jo Reurs was dameskapster aan het Havendijkje te Volendam.
Kapperszaak van NIc. de Wit in de Brugstraat bij het Gat van Nederland
Souvenierswinkel van Pauw de Boer aan de Haven 80. Rechts Crelis Molenaar (Patat).
Het bord Kapper wijst naar de kapperszaak van Cor Nieuweboer beneden aan de dijk.
Nettenboeters.
Bart Koning aan de Haven 118, had een winkel in scheepsbenodigdheden. Bart was ook vaak een hele dag bezig met het maken en repareren van netten, van allerlei dikten en grootten.
Uitstekende nettenboeters als actief visser of als gepensioneerd visser waren o.a.:
Klaas Veerman (Klaas Vik), Doolhof 73,
Jaap Kwakman (Bol), Aalstraat 12,
Jan Tol (Jan van de Knoest), Giekstraat 15,
Jaap Bond (Jaap de Reus), St.Jozefstraat 17.
Nettten boeten, door een oud-visserman bij de winkel van Bart Koning aan de Haven 118
Fotograven.
Siem Tol en Zn., Haven 4,
Jaap Zwarthoed (Jenno), Haven 12,
Boekhandel Simons, Haven 16,
Pauw de Boer, Haven 80,
Leendert Karels, Haven 94.
Fotograaf en Souveniers Leendert Karels, Haven 94.
Pauw de Boer Haven 80
Siem Tol en Zn. Haven 4 (Links in klederdracht Gerrit Veeken)
Jaap Zwarthoed (Jennootje). Simons Links
Boekhandel en Fotograaf Simons, Haven 16
Electrawinkels.
Cas Sombroek, Havenstraat 1,
Smit en Doede, C.J. Conijnstraat 19.
Gez. Hille en Trien Sombroek, Zeestraat 15
Electra zaak van Hille en Trien Sombroek op de Zeestraat 15
Drogisterijen.
De heer A.R.Basseleur aan de Haven 25,
Jo de Boer, zijn schoonzoon, Zeilstraat 10,
Bram Basseleur, zijn zoon aan de Julianaweg 89.
Drogisterij de Grote Gaper van A.R. Basseleur aan de Haven 25.
Marken Express.
De heren Jaap Schilder (Jaap de Bok),
Piet Veerman (De Toren),
Bruin Veerman (Bruin Pen),
Klaas Tuijp (Kitte),
Jaap Sier (Japie Erwt), begonnen in 1933 een geregelde vaardienst op het eiland Marken.
Wij noemden de bootjes die toeristen vervoerden "De Torenbootjes".
Visafslag.
Volendam was nog een echte vissersplaats met veel vissers. Alle dagen werd er veel vis gelost op de Visafslag aan de Haven 43. Alle dagen was er een bedrijvigheid van vissers, handelaren, commissionairs, belangstellenden enz.
Niet alleen door Volendammer vissers maar ook vissers uit andere vissersplaatsen, zoals Bunschoten/Spakenburg, Enkhuizen en Urk.
Wegen van de palingvangst op een grote weegschaal in de Coöp. Visafslag.
Olieboten.
Teneinde de vissersschepen van brandstof te voorzien, hadden wij van twee ondernemers olieboten in de haven van Volendam.
Van Evert Schokker, ESVO, van het Havendijkje 6 en van Jan Koning (Jan Bart),van de Haven 118.
IJsselmeer vissers.
In mijn jeugd had Volendam nog een grote vissersvloot. Dagelijks werden er tonnen vis, met name paling gevangen, en via de Coop.Visafslag verkocht.
Wij hadden hoekwantvissers, fuikenvissers, vissers die met grote visnetten (kuul) visten en vissers die met stalen motorkotters visten met de kor.
Aan de haven was altijd een grote bedrijvigheid van vissers, vishandelaren, belangstellenden, toeristen enz.
Noordzee vissers.
Naast de IJsselmeervissers had Volendam ook een twintigtal Noordzee vissers. Hun zeewaardige motorkotters lagen vrijwel altijd in een haven
buiten Volendam in plaatsen van waaruit men de Noordzee kon bereiken. Wij noemen: IJmuiden, Scheveningen en Den Helder.
Vishandelaren.
Aan de Vishandel heeft Volendam veel te danken. Volendam heeft eigenlijk al eeuwen lang Vishandelaren gehad. Hoeveel zijn er niet uitgezworven over het hele land met prachtige moderne viswinkels met een groot assortiment aan vis- en visproducten, en door elke week heen en terug te gaan.
Hoeveel Volendam zijn er reeds in de jaren dertig van de vorige eeuw niet verhuisd om elders, met name in Noord-Brabant en Limburg een viswinkel te beginnen.
Visventers.
Als visventer probeerde men de kost te verdienen door met een handkar de vis aan de man te brengen. NIet alleen in Volendam maar er waren ook visventers
in Amsterdam en omstreken met ieder hun eigen "wijk".
Volendamer Visventer Jan Snoek (Sr). woonde op Hoek Doolhof - Meerzijde
Visventer Albert Sier (Ablies) had een "wijk"in Amsterdam
Visrokerijen.
Om en nabij de Industriestraat waren de meeste Rokerijen gevestigd.
Jaap Schilder (de Bok),
Thames Schilder (de Mop),
Kees Mooijer (Puul),
Gebr. Schilder (de Bok),
Sijmen Snoek,
Lauw Snoek,
Kees Schilder (de Bok),
Dirk Plat (Duks),
Fa. Dorus Sterk,
Jan Butter (Jan Poep).
Op het Slobbeland stonden de volgende rokerijen:
Jan Steur (Blakte),
Job Zwarthoed (van Boertje).
Hein Guijt en later zijn zoon Hennie Guijt,
Kees Tol (de Lurik).
Visrokerij van Dorus Sterk.
Industriestraat en directe omgeving waar de meeste rokerijen waren gevestigd.
In de St.Jozefstraat was de rokerij gevestigd van de gebr. Jaap en Evert Smit, Bokkum,
de Fa. Haasnoot bevond zich op de Ventersgracht,
Jan Tuijp (Jan van Japie) op de Rokersgracht. Jan Tuijp had een grote rokerij. Hij handelde veel in panharing en bokkingen.
Op het Pellersplein was Lauwtje Stroek, met een behoorlijke rokerij gevestigd. De hangen zijn in de latere schuur nog te zien.
Kees de Groot uit Monnickendam heeft zich nog later met een rokerij in Volendam gevestigd.
Alle rokerijen zijn overigens op die plaatsen in Volendam verdwenen.
Fa. Haasnoot op de Ventersgracht
Vishandel Johan Sterk (3e van rechts mijn tante Gaartje Prop)
Garnalenhandelaren
Ook aan de Garnalenhandel heeft Volendam veel te danken gehad. Vooral in de jaren vijftig van de vorige eeuw werden in heel veel gezinnen
garnalen gepeld om extra inkomsten te verwerven. Gedurende lange tijd was de prijs voor een ons gepelde garnalen zeven cent.
Jan Tuijp (Jan van Japie),
Fa. Haasnoot,
Dorus Sterk,
Louw Snoek,
Lauwtje Stroek en zonen,
Thoom Kok, van de Keffer,
Mooijer-Puul en zonen,
Jan Butter (Jan Poep).
Gewoonlijk werden de geleverde garnalen gepeld teruggebracht. Deze werden dan direct gewogen en gelijk afgerekend.
Er werd in Volendam veel garnalen gepeld.
Slobbeland.
Onder leiding van o.a. Jan Veerman (Poesie) en Hein Kwakman (de Bakker) werd in 1953 op voortvarende wijze een begin gemaakt met het Slobbeland als recreatiepark. Hier werd o.a. een zwemgelegenheid voorzien van kleedhokjes (en zoals dat toen betaamde: een afscheiding tussen een jongens- en een meisjes gedeelte) gerealiseerd.
De pastoor en zijn kerkmeesters vonden dat jongens en meisjes in zwembadkleding niet in gezelschap van elkaar konden vertoeven inzake de onvermijdelijk opspelende ‘amoreuze gevoelens’, die volgens de leer van kerk gelijk konden staan aan zondige gedachten (gezien in de tijd van toen).
Het recreatieterrein kon worden opgehoogd dankzij de baggerwerkzaamheden ten behoeve van de ‘nieuwe haven’ en een vaargeul naar de Gouwzee. Er konden zodoende houten speeltoestellen worden geplaatst.
De opening van het Slobbeland vond plaats op 2de Pinksterdag om 14.00 uur 1953. Op de badgelegenheid stonden 22 kleedhokjes opgesteld met een huisje voor de badmeester. Het zwemmen in de haven en bij Willem Honingh moest verboden worden. Alle verstandige ouders moesten voortaan dit zo noodzakelijke kwaad tegengaan. Elke ochtend van 10 tot 12 uur, Maandagmiddag van 14.00 uur tot 17.30 uur en donderdagavond van 18.00 tot 19.30 uur mochten geen heren op het Slobbeland toegelaten worden. Het toezicht werd in deze uren uitgeoefend door een vrouw. Gemengd zonnebaden was niet toegestaan, aldus de NIVO van 22 mei 1953.
Aanleg Slobbeland in de Jaren 50.
Postkantoor.
Op de Haven 37 was een Postkantoor gevestigd. In 1953 werd er een nieuw postkantoor geopend op het Europaplein. De hoeveelheid post was in de jaren zeventig van de vorige eeuw in Volendam zo groot dat het postkantoor promoveerde van hulppostkantoor naar hoofdpostkantoor. Dit was een enorme verbetering voor Volendam.
De tweeling gebouwen in het midden, politiebureau links en postkantoor rechts zijn in 1953 gebouwd.
Heibazen
Drs. Thames Koning had met zijn zwager Kees Sier en de heer Th. Schilder, Dibbes, wel drie heistellingen.
Daarnaast hadden de gebr. Kees en Hein Koning (Kluus), en Jan Kroon (Korloot) van de Iepenlaan een heistelling.
Smederijen.
Piet Sombroek, bijgenaamd Piet Cas, op het Dril.
Pietje Kas voor zijn Smederij op het Dril.
Loodgietersbedrijven.
Louw Buijs, Meerzijde 19,
Lauw Sombroek, Aalstraat 17.
Fabrieken in Volendam.
de Nivosch schoenenfabriek, Burg. Kolfschotenstraat,
de Enkev Burg. Kolfschotenstraat,
de Vobi,
de Fietsenfabriek van J. de Wilde,
Vrachtwagenbedrijf van Cor Jonk,
de Huidenfabriek van dhr. Eeckhout,
JP Leijser, Wala, dames corsetten e.d.,
de nylonkousenfabriek Hin,
de Hollandia, regenjassen,
Hein Tol,
Siem Steur,
de Mutoblok,
De ,zakkenprik’ een werkplaats waar jute zakken werden gerepareerd van Kees de Bok in de Zeilstraat 6,
De poppenfabriek van Backhuys aan het Noordeinde,
De verenfabriek van Jaap Jonk,
De verenfabriek van Albert Mossel (de Parel) op het Slobbeland.
Vrachtwagenbedrijf van Cor Jonk.
De Nivosch Schoenenfabriek op het Burg. Kolfschotenstraat
Puleboeren.
Ter hoogte van de huidige Plutostraat hadden veel Volendammers een bedrijf als eendenhouderijen. Wij noemden dat de "puleboeren".
Eierboeren.
Kees Kwakman (Kees Piep), Jupiterlaan, verkocht kippeneieren aan huis.
Piet Hoogland ventte met een emmer kippeneieren op de stang van zijn fiets door heel Volendam.
Klaas Steur (Kriel), Kathammerstraat 34, verkocht kippen eieren aan huis.
Bejaardentehuis.
In 1954 werd het bejaardentehuis ,St.Nicolaashof’ geopend. Deze voorziening voorzag in een enorme behoefte in Volendam.
Voetbal RKVS Volendam / FC Volendam.
In 1954 werd het betaalde voetbal in Nederland geïntroduceerd. De FC Volendam speelt reeds vanaf het begin betaal voetbal.
In 1959 promoveerde de FC Volendam naar de eredivisie. Dat was en is de hoogste afdeling van het betaalde voetbal in Nederland.
Volendam was toen nog een dorp met 11.000 inwoners. Het meest bijzondere was dat het elftal bestond uit voetballers
die allemaal in Volendam geboren waren. Dat is nog altijd uniek!
Lagere scholen,
We hadden de St.Jozefschool A aan de CJ Conijnstraat van meester Klaas Zwarthoed (Doede),
We hadden de St.Jozefschool B aan de Edammerweg van meester Simon Mol,
Later kwamen en twee lagere scholen bij.
Dat waren de St.Nicolaasschool met als hoofd de heer Klaas Plat
en de St.Liduinaschool met als hoofd de heer Cor van Zelst.
De Zusters Dominicanessen runden een school voor het lager onderwijs voor meisjes aan de Zusterschoolstraat.
In de klassen waren de jongens en meisjes gescheiden.
De school voor het VGLO was gelegen in de Sijmen Molstraat. Antonius Dijkgraaf was het hoofd van deze school.
Jozefschool A aan de St.Jozefstraat.
Wij herkennen hier Klaas en Sijmen Tol (Kraaier)
de AMVO en een Badhuis op de Julianaweg.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de Julianaweg aangelegd. Dat bleek een hoofdstraat te worden.
Een zestal ondernemers uit Amsterdam en Volendam hebben de Amvo opgericht.
Dat waren de heren Böhne, Dijkstal en Van Bavel uit Amsterdam en Klaas Veerman (van Zet), Fuikie Tuijp,
Kees Koning (Kees van Gerrit), en Klaas Plat. De naam "AMVO" is de afkorting van: "Amsterdam-Volendam".
AMVO aan de Julianaweg na de eerste uitbreiding.
In het Wit Gele Kruis gebouw (kruisvereniging op het gebied van zieken- en gezondheidszorg) op de Julianaweg werd een badhuis ingericht.
Dit badhuis voorzag in een grote behoefte.
Cafetaria’s.
Jup Kras had aan de Meerzijde een cafetaria voor de meer volwassen mannen.
Jan Mooijer (de Pijl) was de uitbater. Later werd hij opgevolgd door Jan Schilder (de Clown).
Beiden heren waren zeer geschikt voor dit beroep.
Kees Schilder, Kippie, Edammerweg 12, begon in 1958 met een cafetaria. Hij verkocht patates frites, nasiballen, bamiballen, salades, frisdranken, ijs enz.
Henk Tol (Foe) had op het adres Edammerweg 108 een brood- en banket winkel als filiaal van zijn ouders, Klaas Tol en Aal Tol-Guijt, uit de Zeilstraat.
Al snel ging Henk over op souvenirs en ijs in plaats van brood. Kort daarop liet hij op het adres Edammerweg 40 een cafetaria bouwen
met de verkoop van producten zoals je die in een cafetaria ziet.
Ook Crelis Molenaar aan de Haven 80 begon een cafetaria met in het bijzonder de verkoop van heerlijke patates frites.
Slijterijen.
Cor Beers, Rokersgracht 1, had een slijterij voor zowel frisdranken als alcoholische dranken.
Slijterij Bacchus van de Familie Beers op de Rokersgracht 1
Hotels.
Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw brachten toeristen uit zowel het buiten- als het binnenland een bezoek aan Volendam.
Dit was voor hen zeker de moeite waard gelet op de klederdracht en de haven met botters.
Volendam had minstens drie officiële hotels.
Hotel Spaander, Haven nr. 17,
Hotel Van Diepen, Haven nr. 35,
Hotel van Frits Veldhuizen aan de Edammerweg 8.
Hotel Spaander
Hotel van Diepen
Artsen.
Wij hadden in die tijd twee artsen in Volendam.
Dr. Joop Duin, Julianaweg 94,
Dr. Jacob Tuijp, Noordeinde 11.
Tandartsen.
Wij hadden in mijn jeugd een fulltime tandarts op Volendam.
De heer J.A.B. Rahder op de Julianaweg 49 .
De heer Koning had als tandarts enkele dagen per week een praktijk in Volendam boven café Jan Kok.
Apotheek.
Op de Haven 33 hadden wij een apotheek.
De heer Jan Kwakman, Bol, was de apotheker. Hij was een oom van o.a. Klaas Kwakman (Bol), de latere directeur en oprichter van de
Diepvries Monnickendam.
Apotheek van de vroegere huisartsen gevestigd aan de Haven 33. Jan Kwakman (Bol)
was de apotheker.
Opticien.
A.R. Basseleur was de man waar je heen moest voor een bril.
Administratiekantoren.
Wij hadden in mijn jeugd een boekhoudkantoor op Volendam. De heer Arie Maas op de Zeilstraat 8.
Bankkantoren.
In mijn jeugd hadden wij als banken: De Rijkspostspaarbank. Stortingen en opnamen vonden plaats op de lagere school en via het Postkantoor.
Een bijkantoor van de Nederlandse Credietbank op de hoek Edammerweg 39 en Julianaweg
Een bijkantoor van de toenmalige Boerenleenbank aan de C.J. Conijnstraat 20.
Volkstuintjes.
Op de plaats waar nu de Volendamse Apotheek staat, hadden enkele Volendam een volkstuintje.
De volgende tuiders waren toen actief:
Piet Visser (Piet de Munt),
Anton Deen. Zijn echtgenote Neel Klouwer was ook vaak in haar volkstuintje te vinden,
de kinderen van Kobus van de Kok.
de "Centenpoort".
Aan het tweede en derde klaphek probeerden jongens in hun vakantie wat zakgeld te verdienen door het hek te openen als er een fietser van Volendam naar Edam, of andersom, langs kwam.
3e Klaphek tussen Volendam en Edam
Straatbeeld Volendam.
In mijn jeugd veranderde er in Volendam oneindig veel meer. Het straatbeeld van Volendam in die jaren zag er als volgt uit :
Nog weinig auto’s op straat,
Veel spelende kinderen op straat,
De spelletjes waren: Hoepelen, Knikkeren, Vangen en verlossen, Bokkespringen, Plakkannen,
IJsboeren door alle straten van Volendam,
Venters door alle straten van Volendam,
Evert Bokkum op zijn bakfiets, met de kreet: , Gerookte scharren’,
Jan Snoek sr., achter zijn kar met gerookte vis door Volendam,
Er liep een trein van Amsterdam naar Volendam, v.v. Wij hadden een eigen treinstation.
Nadat in 1956 de treinverbinding werd opgeheven, kwamen er bussen voor het regionale vervoer (De N.S. bezit nog steeds een stuk grond in Volendam).
Op de plaats waar nu de Havenhof is gevestigd, hadden wij een overdekt busstation.
"De Naco" was de eerste bus onderneming met een geregelde lijndienst naar en van Amsterdam.
Het vissersdorp van weleer dat is niet meer. Net zoals de klederdracht is verdwenen, is ook de visserij, uit Volendam vrijwel verdwenen (een enkele vissersschip
getuigd nog van het verleden).
De Coöp. Visafslag, waar in de afgelopen decennia voor miljoenen aan vis is verhandeld, is haar functie verloren en wordt nu voor andere doeleinden gebruikt.
Tot in mijn jeugd was er in Volendam een grote vissersvloot. Enorme hoeveelheden paling worden dagelijks door de vissers aangevoerd en verkocht.
De Volendamse klederdracht, die uitgroeide tot de nationale klederdracht van Nederland, werd door Volendamse vrouwen gemaakt en hersteld.
De hullen (vrouwenmuts) werden door Volendamse vrouwen gemaakt en gesteven. Ook mijn moeder, Stijntje Molenaar, (1904-1965)
maakte alle kleding voor haar dertien gezinsleden. En dat gold voor veel moeders.
R.K. Kerk.
De R.K. Kerk nam een centrale plaats in, in Volendam. Er waren elke dag heilige missen. De pastoor had vele kapelaans.
Men ging gewoonlijk minstens een per keer week naar de kerk om de H. Mis bij te wonen. Vrijwel iedereen trouwde voor de kerk.
Normen en waarden.
Als ik terugkijk naar mijn jeugd, zie ik het volgende patroon voor mij. Een baan zoeken.
Verkering, verloven, grond voor een woning van de gemeente kopen, een huis kopen.
Ondertrouw, bruidstranen, naar ooms en tantes van twee kanten om het voorgenomen huwelijk aan te kondigen.
Drie weken lang was je de bruid en bruidegom. Trouwen voor de wet en trouwen voor de kerk.
De vrouwen stopten met werken. Zij namen ontslag of moesten ontslag nemen. Het was toen allemaal zo vanzelfsprekend.
Ook in 1969 was dat nog de gewoonste zaak van de wereld.
Als je ging trouwen gaf je een bruiloft. Eerst moest je een feestband zoeken, dan de bruiloftszaal, dan een afspraak maken met de pastoor van de kerk
voor de huwelijksmis. Echtscheidingen kwamen niet of nauwelijks voor.
Hoe anders is het nu. De jeugd gaat samenwonen. Bruiloften met een feestband worden vrijwel niet meer gegeven.
Echtscheidingen komen geregeld voor. Dit is geen verwijt, maar een feitelijke constatering.
Een vorm van vermaak was vroeger tijdens de Sinterklaastijd Sinterklaastafels bekijken. Bij de bakkers, maar ook bij de speelgoed winkels en andere middenstanders.
Tour de Gheel.
In 1959 organiseerde Joop Tol, bijgenaamd Joop Goddet, "de Tour de Gheel" . Dat was een wielerronde van de jeugd vanaf 15 tot 18 jaar
door een groot deel van Volendam op gewone fietsen. Dat bleek een geweldig succes. De jeugd was enorm enthousiast.
Er werden ploegen samengesteld. Heel Volendam liep uit. Het parcours ging via de Julianaweg naar het Zuideinde, de Haven, het Noordeinde,
vervolgens richting Edam en zo weer terug naar Volendam. Alle jongens trainden weken van te voren om een zo goed mogelijk wielerresultaat
te behalen. En als je dan een etappe won, dan voelde je je de koning te rijk, dan wel intens gelukkig.
Kermis
Hieronder geef ik mijn ervaring en beleving als kind, als jongeman en als ouder over de kermis. Iedereen beleefde de kermis persoonlijk.
Daarom kan ik hier geen algemeen gevoel aan geven.
Voordat ik hier aan begin merk ik op dat Jaap Buijs een prachtig boek met uitgebreide informatie over de Volendammer kermis heeft geschreven. Titel: Zalige kermis!
Ook de vele kunstschilders die Volendam bezochten hebben over de vrolijke belevenissen van de kermisvierders sedert circa 1870
veel prachtige, beeldende, schilderijen gemaakt.
Ervaring als kind.
Wij kregen van onze ouders kermisgeld. fl. 1,-- per dag. Daar moest je het mee doen. Een attractie kostte een kwartje. (fl. 0,25).
Als kind moesten wij dus al keuzes maken. In welke attractie zal ik gaan. Wat voor soort snoep zal ik kopen. Een zuurstok of een noga reep.
In mijn jeugd, de jaren vijftig van de vorige eeuw, stonden de woonwagens van de kermisexploitanten aan zowel de Meergracht als de Schippersgracht geparkeerd.
Die stonden er al enige dagen voordat de kermis begon. Wij wandelden daar dan langs. Wij vonden dat buitengewoon interessant.
Zeker als wij schemerlampjes zagen branden in de knusse woonwagens. Wij waren thuis namelijk geen schemerlampen gewend.
Tijdens de opbouw van de kermiskramen en de kermisattracties stonden er massa’s kinderen te kijken.
Als de bijv. de draaimolen of de zweefmolen werd gebouwd kon ik daar uren naar kijken.
Dat er uit een vrachtauto een prachtige draaimolen kon worden gebouwd, was voor mij iets bijzonders, zelfs iets wonderbaarlijks.
In mijn jeugd werden ook de kramen nog vanaf de grond opgebouwd. Ik zat in de vierde klaas van de lagere school.
Vanuit het raam konden wij duidelijk zien dat de kermis werd opgebouwd. De schommelschuitjes stonden haast tegen het raam.
U begrijpt dat ik totaal niet bij de les kon blijven. Zo sterk was ik met mijn gedachten bij de kermis.
Ervaring als jeugdige
Vanaf je 16e, 17e jaar werden er kermisploegen gevormd met vrienden en vriendinnen. We zaten dan met een ploeg gezellig bij iemands ouders thuis.
We hadden dan allemaal wat alcoholische drank tot ons genomen. Het ging dan hooguit om drie glazen bier, twee bessen of een citroenbrandwijntje.
Wij kregen daardoor een vrijere geest. We droegen een sjaaltje en een hoedje. In die vrolijke omstandigheden gaf dat een prettig, ontspannen gevoel.
Na enkele uurtjes aangenaam vertoeven gingen wij dan naar de kermis. We kochten versnaperingen en gingen in een aantal attracties.
We slenterden gedurende enkele uren het hele kermis terrein af.
Een of twee jaar later gingen wij dan met een ploeg naar het Pius X gebouw. Het hele gebouw was feestelijk versierd. Er speelde live muziek.
Tafeltjes en stoelen stonden gereed voor de jeugd. Het was er gezellig. Er hing een goede sfeer. Feestende mensen.
We konden ons op de vrolijke muziekklanken uitleven. We hebben daar een mooie tijd beleefd.
Kermis als ouder
De eerste jaren van ons huwelijk hebben wij op ongeveer dezelfde wijze de kermis met vrienden doorgebracht.
Zodra onze kinderen dat konden namen wij ze mee naar de kermis. Vaak twee keer op een dag. Ze mochten dan in vrijwel alle attracties.
Ook zij vonden dat prachtig. Wandelende weg door de kermis ontmoet je dan allerlei soorten van personen.
Kennissen die nuchter zijn, en vrienden en kennissen die enkele biertjes hadden gedronken.
Na een ongedwongen praatje over koetjes en kalfjes van een kwartiertje, ging ieder weer zijns weegs.
Een ander fenomeen was dat wij vrijwel elk jaar Volendammers ontmoetten of die naar elders waren verhuisd.
Maar als het dan kermis was, dan konden zij het niet weerstaan om van de Volendammer kermis weg te blijven.
Dan wilden zij dat zelf nog eens proeven of ervaren. Prachtig toch!
’s Avonds gingen massa’s kermisgangers naar de dijk en naar de cafe’s. Daar was het ook altijd reuze gezellig.
Dankzij de live muziek, die klonk uit alle cafe’s, kon iedereen kon zich uitleven in een ontspannen, vrolijke sfeer.
Het feest ging tot in de laatste uurtje door.
Als het om het omschrijven van de sfeer gaat, voerden vriendschap, gezelligheid, vrolijkheid en gelijkheid de boventoon.
Speeltuin.
Nadat Henk Kras was gestopt met zijn speeltuin op het einde van het Noordeinde, hadden we een grote speeltuin met veel speelattributen
tegenover de Amvo aan de Julianweg. Na enige jaren is ook die verdwenen.
Ontspanning.
De meeste jongens gingen ’s avonds naar het Pius X gebouw voor ontspanning.
De leiding was in handen van de K.A.J. De katholieke arbeiders jeugd. Een priester was geestelijk verzorger.
Vanaf je 17e jaar was het toegankelijk voor de jeugd. Daarvoor kon de jeugd vanaf haar 12e jaar naar het "kleine gebouw".
Van je 15e tot je 17e jaar kon je naar de ULO zolder voor vermaak. Je kon daar biljarten, tafeltennissen en kaarten. Er was een leestafel waarop
vele tijdschriften en dagbladen te lezen waren. Enkele keren per jaar werden er ook toneelstukken opgevoerd.
Veel jongens hebben daar het kaartspel klaverjassen, tafeltennissen en biljarten geleerd.
Het gebouw was elke avond geopend van 19.00 tot 22.00 uur. Daarnaast elke zaterdagmiddag en zondagmiddag van 13.30 tot 16.30 uur.
In die tijd hadden wij een gulden zakgeld per week. De meeste jongens konden zich eens per week een frisdrank veroorloven.
Bier was wel te koop. Maar dat werd in beperkte mate gedronken door drie of vier vrijgezelle jongemannen.
Op een vaste tijd ging je naar huis. Dus de meeste jongelui lagen ’s avonds omstreeks 22.30 uur in hun bed. Voor de meisjes was er een meisejesgebouw
met voor hun aangepaste ontspanningsmogelijkheden zoals o.a. zingen, creatieve bezigheden en spelletjes.
Bij zomerdag gingen de jongelui naar de dijk. De meisjes wandelden dan met vriendinnen over de dijk van Willempie tot Sijmen Keizer, heen en terug.
Als er over en weer vriendelijke glimlachen werden opgevangen, ontstonden er vriendschappen en verkeringen.
Vele jongelui hebben hier hun vriendje of vriendinnetje en later hun echtgenoot of echtgenote ontmoet.
Ook in het St.Jozefgebouw hebben veel mannen heel veel aangename uurtjes beleefd, door met elkaar te praten, te kaarten, biljarten enz.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de Julianaweg aangelegd. Daar verschenen veel winkels.
In de jaren daarna werd het Viaduct (Zeestraat) gebouwd. Ook daar verschenen veel winkels.
Links Pius X gebouw. Daarnaast meisjesgebouw (ca 1953).
Witte lakens voor de ramen ingeval van overlijden.
Als er een gezinslid overleden was, gingen er witte lakens, ten teken van rouw voor alle ramen. Naast de familieleden rouwden ook de buren mee,
door één wit laken voor een van de ramen te hangen. Dan kon men ook altijd zien dat iemand was overleden en op welk adres die persoon woonde.
Wasgoed in de straten.
Op wasdag hingen de straten vol met wasgoed, dat aan ropen was opgehangen. De roopstok stond in het midden van de straat met daaraan
een roop (touw) die vastzat aan de muur of een kozijn van de desbetreffende woning.
In de Vissersstraat (oude gedeelte) hing het wasgoed zelfs met de Sinterklaasintocht te drogen.
Wasgoed hing te drogen op de Rokersgracht.
Droogpalen in de Lambertusstraat
Wasgoed drogen in de WJ Tuynstraat
Stadsrechten.
Een stad is groter dan een dorp, met veel huizen en middelbare scholen en soms ook een treinstation en winkelcentrum.
Het Volendam van nu, anno 2024, heeft zich enorm uitgebreid, zowel qua oppervlakte als in aantal inwoners. Volendam heeft zich naar onze mening op veel terreinen ontwikkeld tot een stad in ons land. Als er nog stadsrechten gegeven zouden kunnen worden, had Volendam allang aan die criteria voldaan.
Bij een inwonertal van minimaal 25.000 inwoners in een plaats wordt dat door de politieke organen geformaliseerd.
Wij achten het vermeldenswaardig wat de wetgever hieromtrent in 1848 heeft besloten. De hieronder vemelde grondwetswijziging werd aangenomen.
Stadsrechten kunnen sinds 1848 niet meer verleend worden, omdat sinds dat jaar het onderscheid tussen steden en dorpen uit de wetgeving verdween.
Onder aanvoering van de grote Staatsrechtsgeleerde Johan Rudolph Thorbecke had Nederland in 1848 een nieuwe Grondwet gekregen.
Nadien tot stad uitgegroeide plaatsen kunnen daardoor nooit meer stadsrechten krijgen.
De toekenning van stadsrechten heeft sinds de herzieningen van de Grondwet in 1848 geen praktische betekenis meer.
Vanuit planologisch gezichtspunt hebben veel van deze plaatsen niet de bevolkingsaantallen die de benaming rechtvaardigen voor wat nu
onder een stad wordt verstaan.
Bron: Lijst van Nederlandse plaatsen met stadsrechten.